Ontmoeting

Je komt hen tegen. Zomaar, ineens. Zij waarmee je instant een connectie hebt. Zij die begrijpen, terwijl jij nietszeggend voor je kijkt. Zij die naast je komen zitten wanneer het verdriet je ogen doet overlopen. Zij die je met een blik lijken te begrijpen en met een klein gebaar liefde en troost brengen. Woordeloos.

Vandaag ontmoette ik zo iemand. Niet zo maar iemand. Een prachtige, slanke dame met de mooiste en meest liefdevolle ogen die ik ooit zag. Gewoon naast me in het gras. Samen starend over het water van De Kaag, luisterend naar de hartslag van het leven. Zwijgend.

Ontmoeting2Praten zal zij nooit kunnen. Troosten wel, door stil een paar minuten naast me te zitten en een poot op mijn arm te leggen. Tot zij haar baas hoort fluiten. Wat een fantastische hond.

Zo’n man

Er wandelt een man de tuin in. Een mooie man. Lang, blond, goed gekleed, zonnebril in het haar en een glimlach om de mond. In een paar seconden is hij bij de achterdeur en stapt hij over de drempel mijn wereld binnen. 

Zijn opvallend blauwe ogen verwarmen direct mijn hart. Ik voel twee sterke armen om me heen, een hand kroelt snel door mijn haar en zijn vrolijkheid neemt bezit van mij. ‘Alles goed?’ 

Zonder het antwoord af te wachten hoor ik hem de trap op gaan. Een moment later is hij terug. Ik kijk naar hem en herken de ogen van mijn moeder, de bewegingen van mijn jongste broer in het kind dat een man is geworden. Mijn zoon...

waar anno 2016 iedere dag mijn hart naar uit gaat en waar ik elke minuut van de dag zo trots op ben.

Na hersenvliesontsteking

FOCUS, OOK JIJ KUNT HET!

Februari 1983, een week voor mijn verjaardag wordt de hoofdpijn ondraaglijk. Het overgeven, de extreme duizeligheid en versterkte omgevingsgeluiden krijg ik erbij cadeau. Mijn moeder vindt me, heel erg ziek, en zorgt ervoor dat ik binnen no-time in het ziekenhuis terecht kom. Drie maanden lig ik daar. De eerste weken me nauwelijks bewust van het komen en gaan van artsen en bezoek. Ook de angst van mijn moeder gaat aan mij voorbij. Gelukkig, want ik ben zo ziek dat de stekker er wat mij betreft wel uit mag.

Naar huis
Eind mei mag ik naar huis. Nou ja, naar mijn ouderlijk huis. Zelfstandig wonen is niet aan de orde omdat de aanvallen van duizeligheid mij telkens overvallen. Daarbij ben ik aan een zijde geheel doof geworden en ruist daar de Middellandse Zee in. 

Anders in het leven
Het wordt na de meningitis anders. Naar feestjes, verjaardagen, vergaderingen, concerten, films. Liever niet. Het put me uit en ik functioneer er niet. Doe ik het toch, dan is de dag erna volstrekte rust de enige remedie.De duizelingen zijn het ergst. Ik leer dat onderdrukken geen zin heeft. Daardoor lijkt de volgende aanval versterkt te worden.

Mijn focus
Het laten gebeuren en focussen op iets helpt wel. Dat iets is voor mij de papegaai. Deze onooglijke oranje vogel die in mijn ouderlijk huis boven de openhaard hangt. Zodra er een aanval is, kijk ik strak naar de papegaai. Zo hoop ik de wereld eromheen tot stilstand te laten komen. En, ik word daar steeds beter in.

Papegaai
Ook jij kunt het!
Tegenwoordig merkt men aan mij niet veel meer. Ik mijd liever de drukte en de Middellandse Zee ruist vrolijk voort. Daar kan ik inmiddels heel goed mee omgaan. Helaas is mijn moeder veel te jong overleden maar de vogel is er nog. Sterker, deze staat nu in al zijn lelijkheid op mijn kast te pronken. Nodig heb hem niet meer. Wel herinnert hij me aan de kracht die ik eraan ontleende en die ieder mens in zich heeft. Focus!

UITLEG EN INFORMATIE OVER HERSENLETSEL

Hersenletsel-uitleg.nl en Hersenstichting.nl

 

 

Hersenschudding

 

HART VAN GOUD

Begin 20 is ze, in de bloei van haar leven, getrouwd met een fantastische man, blij met haar leuke baan en moeder van een dochtertje. Haar altijd zo vanzelfsprekende goede leven kreeg ruim een jaar geleden een onverwachte, onomkeerbare wending: hersenschudding. Haar hersenschudding is het begin van een achtbaanrit met angstaanjagende dalingen en loopings. Waar put zij nu kracht uit?

'Kracht? Fysieke kracht, dat mis ik juist zo. Waar ik altijd degene was die de dingen regelde ben ik nu vooral afhankelijk van anderen. Nee, ik ben zeker niet zielig, eerder gefrustreerd. Ik haat de voortdurende hoofdpijn, mijn onbetrouwbare geheugen en het feit dat ik er niet kan zijn voor mijn man en kind. Althans, niet zoals ik wil.'

Grote steun
'Vanaf het eerste moment dat ik NAH opliep heeft hij mij gesteund. Zelfs nu ik niet meer kan werken helpt hij mij met de dagelijkse beslommeringen. Kan ik niet op tijd opstaan, hij brengt de kleine naar school. Heb ik niet de puf om boodschappen te doen, hij haalt alles in huis en kookt zonder morren. En weet je, ik begrijp zo hoe zwaar dit voor hem is. Ondanks alle narigheid en stress is onze band onverbrekelijk geworden, oersterk.'
 
Hartewens
'Hoe graag willen wij onze liefde bezegelen met een tweede kindje. Helaas kan dit niet in de huidige omstandigheden. Maar ik houd vast aan mijn wilskracht en zijn liefde. Met zijn tweeën gaan wij dit redden. Nu een harmonieus gezin met een prachtig kind. In de toekomst komt daar hopelijk een tweede kindje bij.'
 
Gouden hart
Ik durf te zeggen dat ik trots ben op mezelf. Knokken is iets waar ik niet voor terugdeins. Trotser nog ben ik op mijn man. Hij is mijn steun, mijn kracht. Van hem kreeg ik een hanger met diamantje. Dit gouden hartje staat symbool voor zijn gouden hart én onze dochter. Ik draag het, voor altijd.’

Uitleg en informatie over hersenletsel

Hersenletsel-uitleg.nl en Hersenstichting.nl

Herinnering

Vrijdag 6 november 2004. Ze is moe, heel erg moe. En niet alleen. Links van haar zit haar dochter. Deze kijkt bezorgd en praat op zachte toon met haar beide broers. Op het kleine bankje aan het voeteneinde hangt haar oudste zoon. Vlak ernaast haar jongste, ontspannen in de schommelstoel. Dat heeft ze goed gedaan, vindt ze. Drie mooie kinderen waar ze een fantastische band mee heeft en waar ze zo trots op is. Ze is blij met hun gezelschap.

Haar ogen worden zwaarder. Ze zou zo graag iets willen zeggen, maar het lukt haar niet. Ze luistert naar het gesprek en voelt in de luchtige conversatie een lichte spanning. Ze maken zich zorgen, denkt ze. Om haar, weet ze. Het heeft iets grappigs, want zij maakt zich nu juist zorgen om hen.

Ze voelt zich wegzakken. Het voelt alsof ze wordt opgepakt door een warme wolk. Ze ziet haar oudste zus binnenkomen. ‘Kom’, zegt zij zonder woorden. ‘Het is mooi geweest. Je mag nu mee.’ Ze aarzelt. Ze wil heel graag mee, maar zomaar weggaan... nee, nog niet.

Met moeite opent zij haar ogen. Het is even na middernacht. De kinderen kijken stil televisie. Midzomernachtdroom. Ze glimlacht en gaat met haar blik het kleine kringetje rond. Ze wil hen niet langer laten wachten. Morgen hebben zij hun eigen gezin om voor te zorgen. En voordat ze thuis zijn…

Ze sluit haar ogen. De vermoeidheid stroomt uit haar lichaam en ze ervaart een gelukzalig gevoel van rust. Haar oudste zus staat nu naast haar en pakt haar hand. ‘Kom nu, je dochter redt het wel. Net zei ze het nog tegen je: Mam, maak je geen zorgen om ons. Denk nu alleen aan jezelf.’ Het is waar. Het is tijd, tijd om zich over te geven aan de liefhebbende warmte.


Een jaar later

Daar komt ze. Haar dochter. Als altijd met een flinke bos tulpen en een vrolijke lach. Een lach die het verdriet niet kan verdoezelen. Het doet haar pijn dat zij dit niet kan wegnemen. Hoe graag zou ze haar meisje zeggen dat het goed met haar gaat. Pijn, droefheid, strijd, het is er niet meer. De bos bloemen wordt keurig aan haar voeten gezet en de lantaarn van een nieuw lichtje voorzien. Dag lieverd, dank je wel.


Jaren later

In korte tijd is er zoveel veranderd en toch eigenlijk niets. Ze heeft de pijn en het gemis nu echt achter zich kunnen laten. Soms, wanneer ze de tranen bij haar dochter voelt, heeft ze de kracht om haar te laten weten dat het goed met haar gaat. In dromen en daden. ‘Lieverd, mijn vader en zus zijn hier bij mij, samen met jouw twee kleine meisjes. Vergeet de pijn. Herinner je de leuke, lieve dingen. Ik ben eindelijk thuis.’ Het is goed zo.
herinnering1

Memento mori

Kopje thee, krantje. Haar zaterdagochtendritueel. Daar staat het, zwart op wit. Ze slikt en laat haar gedachten teruggaan in de tijd. Naar haar jeugdjaren, naar een verleden waarin alles toekomst had. Naar haar held, haar voorbeeld, haar vader.

Ze nipt aan haar thee en realiseert zich dat zij twintig jaar geleden al afscheid van hem heeft genomen. Nooit twijfelde zij aan die beslissing. Niet op haar huwelijksdag, niet toen haar kinderen geboren werden. Hij wilde geen vader zijn en zeker geen opa.

Heel even vraagt ze zich af waarom ze niet huilt. Er zijn geen tranen meer. Die zijn allemaal gehuild. Toen, in de tijd dat de man in het familiebericht langzaam maar zeker het leven van haar vader beëindigde.

Loslaten

Ze is verliefd. Zo verliefd op zijn lieve glimlach en die staalblauwe ogen die haar soms vragend, soms plagend aankijken. Samen verkennen zij het leven, leren van elkaar en bouwen aan zijn toekomst. Hij kan niet zonder haar.

Mooie momenten zijn dierbare herinneringen geworden. De verliefdheid is een diep houden van geworden. Ze zijn niet langer onafscheidelijk. Hij kan zonder haar.

Hij is verliefd. Zo verliefd op haar lieve glimlach en stralende ogen. Zij verkennen het leven, leren van elkaar en bouwen aan de toekomst. Samen gaan ze veel mooie momenten beleven.

Ze kijkt hen na, glimlacht. Even huppelt daar haar kleine, blije mannetje. Dan draait het stel zich om. Ze zwaait naar twee prachtige volwassenen en hoort: “Daag, mam.”

Uit het diepe

De zon straalt. Badgasten krioelen onbekommerd over het strand. Als in een mierennest. Die ogenschijnlijke chaos heeft een hypnotiserende werking op haar onrustige geest.

Minutenlang staart ze omlaag. Veilig op het dakterras, twaalf hoog. Dit penthouse had haar thuis moeten worden. Maar de prijs die zij daar dagelijks voor betaalt is hoog.

Na een moeizaam huwelijk heeft hij haar opgeraapt. Haar hang naar liefde en luxe belonend en bespelend. Langzaam maar zeker werd zij de speelbal van zijn nukken en verloor zij haar identiteit.

Ze loopt naar de rand. Aarzelend. De zee is rustig maar golven van emotie overspoelen haar gedachten. Ze kan niet meer, wil niet meer.‘Helena?’ Ze verstijft, draait zich langzaam om en glimlacht. Nog één keer.



Ze valt, eindeloos. De onthutste man op grote hoogte achterlatend. Zijn stem sterft langzaam weg. De roep van de zee wordt luider. In een opwelling spreidt zij haar armen. Vleugels van licht ontvouwen zich. Gedragen door de wind, bevangen door verlangen vlindert zij over het wateroppervlak. Rakelings langs herinneringen. Mooie en minder mooie, geestige en naargeestige. Eindelijk ziet zij zichzelf. In al haar puurheid.

Liefde omringt haar. Niets is meer belangrijk. Niets geeft haar vrijheid. En niets houdt haar vast. In een innige omhelzing. Nu voelt zij de koesterende warmte die zij zo heeft gezocht. Die onvoorwaardelijke liefde die hier zo vanzelfsprekend is. De zee zingt het lied van haar hart. Helena glimlacht, zij is uit het diepe. Voor altijd.

Sleutel tot succes

Directiesecretaresse, mijn eerste baan bij een bedrijf waar mannen de cultuur bepaalden. Van de vrouwvriendelijke directeur kreeg ik direct het volste vertrouwen en de nodige verantwoordelijkheid. Niet slecht voor een jong dametje.

In die mannenwereld bleek ik al snel een succes. Zodra ik mijn kantoor verliet, stonden de mannen op de gang. Ik werd overladen met complimentjes en kreeg blozend veel aandacht. Zeker wanneer ik de directeur voor de zoveelste maal van koffie ging voorzien, was het een drukte van belang bij de koffieautomaat.
koffie
Dankzij opmerkingen als ‘Wat doe jij dat goed, meisje’ en ‘Lieverd, doe mij een bakkie’ begreep ik dat de directeur mij de sleutel tot succes in handen had gegeven. Die van het verse kopje koffie. Gratis.