Transient Ischemic Attack

TIA – Het overkwam Karin in het buitenland

Zomer, Zuid-Frankrijk. Mijn man en ik zaten aan de koffie, heerlijk in het ochtendzonnetje. Het was warm en ik voelde me wat duizelig en hoorde alleen  geroezemoes. Eerlijk gezegd gaf ik de warmte de schuld. Tot ik mijn rechterarm probeerde op te tillen. Dat lukte niet. Ik wilde wat zeggen. Ook dat lukte niet. Heel raar, ik was me continu zo bewust van de hele situatie en dacht: “Ik ga nu echt wat zeggen. Nu. Waarom kan ik dat niet?” Na een kwartiertje kwam de spraak terug. Het was wartaal, alsof ik dronken was.

Met TIA in buitenlands ziekenhuis

En tja, dan gaat alles ineens snel. Mijn man alarmeerde de receptie en na wat gedoe was daar de brandweer. Even later lag ik op de SEH in het dichtstbijzijnde streekziekenhuis. Ik kon inmiddels weer praten en bewegen. Mijn man mocht niet bij mij blijven, maar ja die laat zich niet tegenhouden.

TIA of CVA

De behandelend arts meldde dat de scan er goed uitzag én er binnen 48 uur een tweede scan moest worden uitgevoerd. En dat kon niet in dit ziekenhuis. We mochten – met een portie bloedverdunners – wel terug naar het huisje. Tja, daar ga je nadenken. Hoe zou die uitslag zijn? Binnen 48 uur een tweede scan? Waar? De enige optie leek een privékliniek. Geen optie, want die kosten worden niet vergoed. Na veel gedoe en aandringen mocht ik toch in het streekziekenhuis de tweede scan ondergaan.

Na TIA: blijven of naar huis

In de tussentijd had mijn man contact gezocht met de zorgverzekeraar. Vanuit het buitenland kom je bij de ANWB Alarmcentrale terecht. Zij hebben ons fantastisch geholpen. Ik voelde me prima. Goed genoeg om de vakantie voort te zetten. Zeker met de wetenschap dat de uitslag van de scans oké was. Dat stelde ons gerust.

Autorijden NA TIA

Drie weken later op de weg naar huis heb ik zelfs achter het stuur gezeten. Achteraf niet zo slim. Maar goed, na de lange reis en een nachtje in het eigen bed meldde ik me bij de huisarts. Voor de doppler echo kon ik hier naar het ziekenhuis en ik ben slechts een keer bij de neuroloog geweest. Nu denk ik weleens: “Stel dat het een ernstige hersenbloeding was geweest? En daarmee terecht was gekomen in zo’n buitenlands streekziekenhuis? Brrr.”

Aan het werk na tia

Al met al voelde ik me heel wat: “Gebeurd is gebeurd, gewoon aan het werk gaan.” Nou, dat viel tegen. Na die eerste ochtend was ik total loss. Gelukkig had mijn werkgever alle begrip. De bedrijfsarts ook. Hij adviseerde me thuis te blijven en de werkuren rustig op te bouwen. Het heeft even geduurd maar is gelukt.

Gemis aan informatie bij TIA

Jammer vind ik wel dat geen enkele arts me heeft verteld dat autorijden – tijdelijk – verboden is, dat rustig aan doen een must is en die extreme vermoeidheid erbij hoort. Voordat ik dat laatste accepteerde! Je moet zelf ontdekken wanneer je rust moet nemen en wat nog wel en niet meer kan. Nu weet ik dat goed plannen noodzaak is. Meerdere afspraken op een dag is te veel van het goede. Buiten dat functioneer ik slecht in groter gezelschap. Te veel rumoer, te druk aan het hoofd. Ja, het leven is nu anders. Na een TIA moet je jezelf opnieuw uitvinden.

Een TIA is een lichte beroerte, een miniberoerte, waarbij een bloedstolsel (embolie) korte tijd een slagader in de hersenen afsluit waardoor er uitval ontstaat. De uitval kan een paar minuutjes duren maar ook een halfuur tot maximaal 24 uur aanhouden. Denk daarbij aan een hangende mondhoek, slecht praten, arm niet kunnen bewegen. Deze symptomen verdwijnen meestal redelijk snel en de persoon zal geen blijvend letsel overhouden. Toch is een TIA wel degelijk gevaarlijk, omdat er soms een hersenbloeding of een herseninfarct op volgt en die heeft ernstigere consequenties.     – bron: Hersenletsel Uitleg

Ontmoeting

Je komt hen tegen. Zomaar, ineens. Zij waarmee je instant een connectie hebt. Zij die begrijpen, terwijl jij nietszeggend voor je kijkt. Zij die naast je komen zitten wanneer het verdriet je ogen doet overlopen. Zij die je met een blik lijken te begrijpen en met een klein gebaar liefde en troost brengen. Woordeloos.

Vandaag ontmoette ik zo iemand. Niet zo maar iemand. Een prachtige, slanke dame met de mooiste en meest liefdevolle ogen die ik ooit zag. Gewoon naast me in het gras. Samen starend over het water van De Kaag, luisterend naar de hartslag van het leven. Zwijgend.

Ontmoeting2Praten zal zij nooit kunnen. Troosten wel, door stil een paar minuten naast me te zitten en een poot op mijn arm te leggen. Tot zij haar baas hoort fluiten. Wat een fantastische hond.

Herinnering

Vrijdag 6 november 2004. Ze is moe, heel erg moe. En niet alleen. Links van haar zit haar dochter. Deze kijkt bezorgd en praat op zachte toon met haar beide broers. Op het kleine bankje aan het voeteneinde hangt haar oudste zoon. Vlak ernaast haar jongste, ontspannen in de schommelstoel. Dat heeft ze goed gedaan, vindt ze. Drie mooie kinderen waar ze een fantastische band mee heeft en waar ze zo trots op is. Ze is blij met hun gezelschap.

Haar ogen worden zwaarder. Ze zou zo graag iets willen zeggen, maar het lukt haar niet. Ze luistert naar het gesprek en voelt in de luchtige conversatie een lichte spanning. Ze maken zich zorgen, denkt ze. Om haar, weet ze. Het heeft iets grappigs, want zij maakt zich nu juist zorgen om hen.

Ze voelt zich wegzakken. Het voelt alsof ze wordt opgepakt door een warme wolk. Ze ziet haar oudste zus binnenkomen. ‘Kom’, zegt zij zonder woorden. ‘Het is mooi geweest. Je mag nu mee.’ Ze aarzelt. Ze wil heel graag mee, maar zomaar weggaan... nee, nog niet.

Met moeite opent zij haar ogen. Het is even na middernacht. De kinderen kijken stil televisie. Midzomernachtdroom. Ze glimlacht en gaat met haar blik het kleine kringetje rond. Ze wil hen niet langer laten wachten. Morgen hebben zij hun eigen gezin om voor te zorgen. En voordat ze thuis zijn…

Ze sluit haar ogen. De vermoeidheid stroomt uit haar lichaam en ze ervaart een gelukzalig gevoel van rust. Haar oudste zus staat nu naast haar en pakt haar hand. ‘Kom nu, je dochter redt het wel. Net zei ze het nog tegen je: Mam, maak je geen zorgen om ons. Denk nu alleen aan jezelf.’ Het is waar. Het is tijd, tijd om zich over te geven aan de liefhebbende warmte.


Een jaar later

Daar komt ze. Haar dochter. Als altijd met een flinke bos tulpen en een vrolijke lach. Een lach die het verdriet niet kan verdoezelen. Het doet haar pijn dat zij dit niet kan wegnemen. Hoe graag zou ze haar meisje zeggen dat het goed met haar gaat. Pijn, droefheid, strijd, het is er niet meer. De bos bloemen wordt keurig aan haar voeten gezet en de lantaarn van een nieuw lichtje voorzien. Dag lieverd, dank je wel.


Jaren later

In korte tijd is er zoveel veranderd en toch eigenlijk niets. Ze heeft de pijn en het gemis nu echt achter zich kunnen laten. Soms, wanneer ze de tranen bij haar dochter voelt, heeft ze de kracht om haar te laten weten dat het goed met haar gaat. In dromen en daden. ‘Lieverd, mijn vader en zus zijn hier bij mij, samen met jouw twee kleine meisjes. Vergeet de pijn. Herinner je de leuke, lieve dingen. Ik ben eindelijk thuis.’ Het is goed zo.
herinnering1

Uit het diepe

De zon straalt. Badgasten krioelen onbekommerd over het strand. Als in een mierennest. Die ogenschijnlijke chaos heeft een hypnotiserende werking op haar onrustige geest.

Minutenlang staart ze omlaag. Veilig op het dakterras, twaalf hoog. Dit penthouse had haar thuis moeten worden. Maar de prijs die zij daar dagelijks voor betaalt is hoog.

Na een moeizaam huwelijk heeft hij haar opgeraapt. Haar hang naar liefde en luxe belonend en bespelend. Langzaam maar zeker werd zij de speelbal van zijn nukken en verloor zij haar identiteit.

Ze loopt naar de rand. Aarzelend. De zee is rustig maar golven van emotie overspoelen haar gedachten. Ze kan niet meer, wil niet meer.‘Helena?’ Ze verstijft, draait zich langzaam om en glimlacht. Nog één keer.



Ze valt, eindeloos. De onthutste man op grote hoogte achterlatend. Zijn stem sterft langzaam weg. De roep van de zee wordt luider. In een opwelling spreidt zij haar armen. Vleugels van licht ontvouwen zich. Gedragen door de wind, bevangen door verlangen vlindert zij over het wateroppervlak. Rakelings langs herinneringen. Mooie en minder mooie, geestige en naargeestige. Eindelijk ziet zij zichzelf. In al haar puurheid.

Liefde omringt haar. Niets is meer belangrijk. Niets geeft haar vrijheid. En niets houdt haar vast. In een innige omhelzing. Nu voelt zij de koesterende warmte die zij zo heeft gezocht. Die onvoorwaardelijke liefde die hier zo vanzelfsprekend is. De zee zingt het lied van haar hart. Helena glimlacht, zij is uit het diepe. Voor altijd.

De laatste keer

Ik stop met geloven dat beloften oprecht gemeend zijn.

Ik stop met denken dat afspraken nagekomen worden.

Ik stop met hardlopen voor zinloze zaken.

Ik stop met investeren in kansloze contacten.

Ik stop met wachten op antwoorden die niet komen.

Ik stop met hopen dat het kwartje valt.

Ik stop met altijd attent zijn.

Ik stop met initiatieven nemen.

Ik stop met vallen in bodemloze putten.

Ik stop met uitleggen, verwachten, verbazen en verwoorden.

Ik stop met trekken aan dat dode paard.

Ik stop ermee. Dit is de laatste keer.




Ik ben gestopt met denken dat ik dit alles kan.

Want die laatste keer zal nog lang op zich laten wachten.

Die allerlaatste keer, voor ik er echt mee stop.

Overvallen

De bel. Ze opent de voordeur en kijkt in de ogen van haar jeugdliefde.  Een bekende stem legt uit: “Sorry hoor, voor dit onverwachte bezoek. Maar ik ben zo blij dat ik je gevonden heb. Vraag me al zolang af hoe het jou is vergaan de afgelopen 15 jaar.” Ze gaat hem voor naar binnen. “Kopje koffie?”  

Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is zit hij daar. Aan haar keukentafel verhalend over hoe moeilijk hij het vond toen zij na hun schooltijd de relatie beëindigde en hoe het leven hem daarna niet meer wilde toelachen. “Kom even naast me zitten,” zegt hij zacht. Ze voelt zich schuldig, aarzelt en denkt: ‘Nee, dat niet!’ Het is haar laatste gedachte.

Wat was

Eenzaam en alleen lig je daar. Tegen beter weten in wachtend op zijn aandacht, zijn aanraking en zijn warme voeten. Niets van dat alles. Hij loopt je voorbij, negeert je en gaat er zelfs met een ander vandoor. Een ander stel! Wat voel je je gebruikt, afgedankt. Terwijl jij en jouw wederhelft zo graag met hem op pad gingen.

sokJe begrijpt het. Je bent ouder geworden, lubbert hier en daar, gedraagt je soms als een geitenwollen sok en je teint is niet meer wat het geweest is. En nu jouw maatje je onverwachts verlaten heeft, is zijn belangstelling compleet verdwenen. Jij mag niet meer met hem mee, nooit meer in zijn schoenen staan. Je bent verworden tot… wat was.