Het

“Zeg, mag Het nu eindelijk weg?”

Met gemengde gevoelens ziet zij Het liggen. Een kop, een lijf en een voetstuk. Ze weet nog precies waar en wanneer haar jongste het uitzocht. Een cadeau voor oma, want het leek op hem. Een 50 cm hoog beeldje van een ondeugend jongetje met een hondje aan zijn voeten. Onooglijk, maar jarenlang trots overeind op oma’s kastje. Datzelfde meubeltje staat nu in haar kamer. Met die herinnering erop. Kapot.

“Het ligt hier al maanden. Wat moet je er nog mee?”

Met een brok in haar keel ziet zij haar man de drie brokstukken in de container dumpen. In de verte nadert de vuilniswagen. En daar gaat Het. Een zo dierbaar aandenken verworden tot afval.